upEen paar jaar geleden verscheen PAAZ, de debuutroman van Myrthe van de Meer, waarin ze schrijft over haar opname op een PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis). Ze gebruikte hiervoor een fictief personage Emma. Alles wat Emma meemaakte in de PAAZ is waargebeurd, al heeft Myrthe eromheen veel verzonnen om de medepatiënten, familie, vrienden en vriend te beschermen. Over UP schrijft ze achter in het boek dat het een samenvoeging is van alles wat ze heeft meegemaakt na de PAAZ, waaronder diagnosetrajecten, dagbehandeling en een tweede PAAZ-opname.
In UP gaat Emma bijna stuiterend naar haar psychiater voor een laatste gesprek. Ze is helemaal blij en heeft alles prima voor elkaar. De teleurstelling is groot als haar vaste psychiater er niet is en de vervanger niet vindt dat het goed gaat. Hij laat haar weer opnemen op de PAAZ, vooral vanwege haar suïcidale gedachten. Zelf ziet Emma dat anders. Ze was van plan te gaan ontbijten met yoghurt en 200 opgespaarde pillen om van het gedoe af te zijn: de terugkerende depressieve gevoelens. Daarna kon ze eindelijk weer gewoon aan het werk.
Op de PAAZ wordt uiteindelijk vastgesteld dat ze behalve Asperger, de diagnose na de eerste PAAZ-opname, ook last heeft van een bipolaire stoornis. Emma heeft grote moeite met vertellen hoe ze voelt en wat ze denkt. Gaandeweg ontdekt zij en de lezer met haar dat ze ook last heeft van wanen en hallucinaties en dat niet iedereen dit heeft.
Van de Meer beschrijft op een mooie manier hoe Emma alles beleeft, de groep waar ze deze keer in terecht komt en het saamhorigheidsgevoel dat binnen de groep ontstaat. Haar afkeer van groepstherapie en praatsessies is nog net aanwezig als in PAAZ. Deze keer hoeft ze niet mee te doen aan de groepstherapie, al moet ze wel mee doen aan ‘herstel’ therapie. Iets wat ze net zo erg vindt.
Het is ongelooflijk knap hoe Van de Meer zware psychiatrische kost zo licht en luchtig weet beschrijven en dat terwijl het onderwerp zo heftig is. Het is de lezer duidelijk dat het helemaal niet goed gaat met Emma, al ontkent ze dit geregeld. Toch betrap je jezelf er geregeld op dat je moet lachen of gniffelen omdat sommige situaties best grappig zijn in al hun triestheid. Zoals de schilderijen in de gangen die Emma op z’n kop hangt en niemand die het opmerkt. Of de T-shirts met de harde, treffende oneliners die een van de medepatiënten draagt.
Zelfmoord is een geregeld terugkerend onderwerp, evenals het leren leven met iets wat nooit meer overgaat. Emma moet leren leven met het feit dat haar bipolaire stoornis nooit meer overgaat. En dat terwijl ze bij haar depressies altijd dacht dat die ene de laatste was.
Het is dapper van Van de Meer om UP te schrijven. Na PAAZ leek het immers goed met haar te gaan. In UP is duidelijk dat dat niet het geval was. UP is een prachtige, goedgeschreven maar ook confronterende roman die je doet nadenken over de vraag wat normaal is en wat niet. En hoe normaal je zelf denkt dat je bent.