De voormalige Citroëngarage in Amsterdam is het opvallende decor voor de boekpresentatie van ‘Een druppel rozenwater’ van Nadia Zerouali en Merijn Tol. De genodigden worden getrakteerd op een uitbundig ontbijtbuffet vol Arabische heerlijkheden. Ik was erbij.
De Citroëngarage
De voormalige Citroëngarage naast het Olympisch stadion in Amsterdam is het opvallende decor voor de presentatie van Een druppel rozenwater van Nadia Zerouali en Merijn Tol. Midden in de grote open ruimte naast de keuken, die eerder dienstdeed als kantoor en werkplaats, staat een grote tafel die helemaal volstaat met grote schalen gevuld met de meest uiteenlopende zoete gerechten.
Langzaam vult de ruimte zich met de overwegend vrouwelijke gasten, die allemaal likkebaardend en hongerig naar de tafel kijken. Vrijwel niemand heeft ontbeten, omdat de uitnodiging vermeldt dat we verwacht worden voor een ontbijtbuffet.
Nadat Nadia Zerouali over alle gerechten heeft verteld hoe ze heten en hoe Merijn en zij ze gemaakt hebben, pakt ze een groot mes om de taarten in grote, gulle punten te snijden en nodigt ze iedereen uit om aan te vallen op het lekkers. Dat laat niemand zich twee keer zeggen en al snel is het een stuk stiller omdat iedereen aan het genieten is van een bord vol zoete lekkernijen.
Het ontbijtbuffet
Het ontbijtbuffet bestaat onder andere uit m’hencha. Dit is een Marokkaanse rol van filodeeg gevuld met notenspijs. Nadia vertelt dat zij er op haar bruiloft een had gekregen van haar tante. Het lijkt ingewikkeld om te maken maar zo verzekert Nadia, dat is niet zo. Je hoeft namelijk niet perfectionistisch te zijn. Een slang filodeeg met vulling waarin een barst zit mag best.
Over de gekonfijte pompoen onthult Nadia met een grote grijns dat die zo’n goede structuur had dankzij de gebluste kalk die ze bij een smartshop had gekocht.
Het Nederlandse woord ‘kaakje’ voor een droog biscuitje en het woord ‘koekje’ blijken afkomstig te zijn van ‘ka’ak suri’. Het zijn Syrische specerijenkoekjes. Ook in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is ka’ak de benaming voor koekjes en brood.
De toespraken
Na het proeven van alle heerlijkheden is het tijd voor de speeches. Martin Fontijn, directeur van Fontaine uitgevers, neemt als eerste het woord. Merijn Tol en Nadia Zerouali kent hij al zo’n dertien jaar omdat ze elkaar steeds ontmoeten bij diverse kookboekpresentaties en andere culinaire evenementen. Het was nog niet eerder van samenwerking gekomen tot ongeveer anderhalf jaar geleden. Merijn en Nadia hadden Martin benaderd omdat ze een andere richting in wilden met hun kookboeken. Martin kreeg toen hij in zee ging met Nadia en Merijn er meteen een heel team bij, want zij namen hun vaste vormgever en fotograaf mee. Ze werden het al snel eens over het nieuwe, nog te maken kookboek. Het resultaat is Een druppel rozenwater, een mooi en betaalbaar boekje.
Nadia en Merijn zijn blij dat ze met hun nieuwe ideeën bij Fontaine uitgevers terecht konden. Een druppel rozenwater is een boek over de Arabische cultuur gemaakt door een Nederlands team. Iedereen is het er over eens dat het geweldig is dat dit ook kan. Het doel van Nadia en Merijn is om te laten zien dat Arabisch bakken niet moeilijk is, ook al is Arabische patisserie anders dan de Frans of Angelsaksische patisserie. Zo zijn in de Arabische keuken honing, rozenwater, gedroogd fruit, melasses en noten veelvoorkomende ingrediënten, en worden room en boter minder vaak gebruikt.
Nadia en Merijn bedanken in het bijzonder bakker Jos voor het kunnen gebruiken van zijn oven, waar je in kon lopen. Dankzij hem lukte het de dames om alle taarten en koekjes op tijd klaar te krijgen voor de presentatie. Ze waren namelijk pas de middag ervoor begonnen met bakken.
Naast het maken van kookboeken en het verzorgen van workshop houden Nadia en Merijn zich ook bezig met de verkoop van typisch Arabische producten. Ze hebben een lijn met rozenwater en oranjebloesem water op de markt gebracht. Dit is niet uit commerciële oogpunten gedaan omdat ze consumenten producten met betrouwbare, goede kwaliteit willen leveren, die voor iedereen eenvoudig verkrijgbaar is.
Interview met Nadia
Na afloop van de presentatie vroeg ik Nadia hoe ze aan de recepten kwam. Ze vertelt dat zij en Merijn de afgelopen jaren veel hebben gereisd het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Overal waar ze kwamen hebben ze de recepten gevraagd van de gerechten die ze aten. Ook mochten ze vaak meekoken en zien hoe het werd klaargemaakt. Daarnaast hebben ze veel recepten van familie en vrienden gekregen. De Marokkaanse recepten komen uit hun beider families, want zowel Nadia als Merijn heeft familie wonen in Marokko. Nadia kreeg op haar bruiloft van haar tante een m’hacha en het recept. Toen het nog kon, zijn ze ook veel in Libanon en Syrië geweest, vandaar onder andere het recept voor de ‘ka’ak suri’.
Het was geen enkel probleem voor Nadia en Merijn in contact te komen met de vrouwen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Nadia spreekt goed Arabisch en een beetje Frans, Merijn spreekt goed Frans en Engels en een beetje Arabisch. Via vrienden en familie kwamen ze weer andere vrouwen tegen, die hun recepten met ze wilden delen. In Turkije hebben ze zich prima weten te redden ondanks dat ze geen Turks spraken. In de keuken bestaat er volgens Nadia nauwelijks een taalprobleem. Het is een kwestie van meekijken, meehelpen en met handen en voeten communiceren.
Nadia geeft tot slot als tip dat de lokale markt een goede plek is voor culinaire informatie. Vaak gebeurde het dat het uitzoeken van groente al tot een gesprek leidde met de marktvrouw, die dan meestal uit zichzelf al recepten gaf voor de betreffende groente. En geregeld eindigde het gesprek met de uitnodiging om bij de marktvrouw thuis te komen eten en te zien hoe het gerecht wordt klaargemaakt.