Voor Hebban schreef ik een column nav het thema “Lees eens wat anders!” Ik las een boek uit een genre dat ik normaal gesproken links laat liggen.

Op leesgebied beschouw ik mijzelf als een omnivoor, tenminste als het over fictie gaat. Ik lees fictie in de meest uiteenlopende genres, van thriller tot feelgood en van YA tot fantasy en alles hier tussenin. Op non-fictiegebied is het menu wat beperkter en bestaat het uit heel veel kookboeken, afgewisseld met een enkel (culinair) historisch werk.

Boeken in het genre populaire psychologie en dan met name de zelfhulpboeken zijn tot nu toe altijd overgeslagen, omdat het genre niet aanspreekt. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat het spreekwoord ‘onbekend maakt onbemind’ van toepassing is en mijn mening over zelfhulpboeken herzien moet worden na het lezen van een boek uit dit genre.

Het boek dat mij uit mijn comfortzone zou moeten trekken is De moed van imperfectie van Brené Brown. Zij is een Amerikaanse auteur die als onderzoeker/docent is verbonden aan de universiteit van Houston. Hier deed zij de afgelopen tien jaar onderzoek naar schaamte, angst, moed en kwetsbaarheid.

In haar boek De moed van imperfectie betoogt zij dat het goed is om onder meer perfectionisme los te laten, evenals de angst wat anderen ergens van vinden. Het boek is opgebouwd uit tien wegwijzers die ieder een boodschap uitdragen, zoals bijvoorbeeld ‘cultiveer dankbaarheid en geluk: laat je gevoel van schaarste en je angst voor het duister los’. Of ‘vertrouw op je intuïtie en durf te geloven: laat je behoefte aan zekerheid los’. Ze onderbouwt haar betoog met verwijzingen naar wetenschappelijke boeken en artikelen. Ook maakt ze veelvuldig gebruik van voorbeelden uit haar professionele en privéleven om zo de lezer te overtuigen. Ze laat zien dat ze zelf ook last had van onder meer perfectionisme en stress. Nadat ze ontdekte waar het vandaan kwam, kon ze deze dingen loslaten.

Veel (fantasy)verhalen zijn op te delen in twaalf stappen, die ook wel the twelve steps of storytelling worden genoemd. Ook veel zelfhulpboeken kennen een vast stramien dat uit drie onderdelen bestaat. Het eerste deel is het Probleem, daarna ziet de auteur het Licht en volgt er een Oplossing. Tot slot wil de auteur de lezer ervan overtuigen dat zijn/haar oplossing leidt tot het ware Geluk. Ieder hoofdstuk uit De moed van imperfectie volgt min of meer dit stramien. Eerst legt Brown een probleem neer en vertelt ze een of meer anekdotes over het probleem, daarna komt het moment waarop ze gedwongen werd dit probleem onder ogen te zien en kon ze niet anders dan een passende oplossing bedenken. Tot slot vertelt ze haar lezers hoe zij het zelf kunnen aanpakken en oplossen, zodat zij net als Brené Brown geen last meer hoeven te hebben van bijvoorbeeld gedachten als ‘wat zullen anderen van mij denken?’

Het kostte mij grote moeite om het boek uit te lezen. Na een hoofdstuk/wegwijzer was het punt van Brené Brown mij duidelijk en had ik door dat haar problemen niet die van mij zijn. Helaas volgden er daarna nog negen wegwijzers.

En om terug te komen op de vraag of ik hierna nog een keer een zelfhulpboek zal lezen, kan ik kort zijn: nee ik denk het niet, tenzij het onderwerp interessant genoeg is.

Deze column is op 11 april 2016 gepubliceerd op Hebban.nl.